Op berenjacht

Zoals in het boek 'Wij gaan op berenjacht' (Rosen & Oxenbury, 2019) gaan de kinderen zelf op zoek naar beren om uiteindelijk zelf een heuse berenzoektocht te ontwerpen. 

De kinderen maken kennis met ‘op berenjacht’ gaan via een prentenboek en foto’s van de populaire zoektocht als gevolg van corona.

Rosen, M. & Oxenbury, H. (2016) Wij gaan op berenjacht. Gottmer, Haarlem 

Vervolgens gaan ze aan de slag in hun eigen leefwereld: Ze gaan eerst zelf op berenjacht om op basis van deze eigen ervaringen zelf een berenjacht uit te werken op de eigen school (of in de eigen schoolomgeving). Ze kiezen een eigen verstopplekje voor hun zelfontworpen beer. Tot slot maken ze van hun berenjacht een heus ‘(coronaproof) event’ en nodigen ze bezoekers uit, zoals andere kinderen op school, ouders, ...

Wetenschappen en techniek

ET WT 1.1: De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.

ET WT 2.9: De leerlingen kunnen een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen.

Muzische vorming

ET MV 1.4°: De leerlingen kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven.

ET MV 6.4°: De leerlingen kunnen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen.

Taal

ET taal 4.8: De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes:
- plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven.

ET taal 5.2: De leerlingen kunnen bij de eindtermen luisteren, lezen, spreken en schrijven de volgende strategieën inzetten: hun manier van luisteren, lezen, spreken en schrijven afstemmen op het luister-, lees-, spreek- en schrijfdoel, en voor spreken en schrijven ook op de luisteraar of lezer.

Leergebied overschrijdend - sociale vaardigheden

LOET SV 1.6: De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.

Wiskunde

ET WI 3.7: De leerlingen zijn in staat:
- zich ruimtelijk te oriënteren op basis van plattegronden, kaarten, foto's en gegevens over afstand en richting;
- zich in de ruimte mentaal te verplaatsen en te verwoorden wat ze dan zien.

ET WI 4.2: De leerlingen zijn in staat om de geleerde begrippen, inzichten, procedures, met betrekking tot getallen, meten en meetkunde, zoals in de respectievelijke eindtermen vermeld, efficiënt te hanteren in betekenisvolle toepassingssituaties, zowel binnen als buiten de klas.

ET WI 5.4°: De leerlingen zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een wiskundig probleem en willen op basis hiervan hun aanpak bijsturen.

Inleiding

- Lees het prentenboek 'We gaan op berenjacht' (Rosen & Oxenbury, 2019) voor.

- Bespreek elke afbeelding, laat leerlingen vertellen wat ze zien, wijs dit ook aan in het prentenboek. Laat hen verwoorden hoe het verhaal verder gaat en keer telkens even terug op wat er al gebeurd is. Gebruik telkens dezelfde woordenschat (beer, zoeken, op avontuur, ...). 

- “Geïnspireerd door het boek ‘Op berenjacht’ gaan overal in de wereld kinderen en hun ouders op berenjacht. Misschien gingen jullie ook al eens beren zoeken of plaatsten jullie zelf een beer voor het raam. Corona heeft ervoor gezorgd dat mensen steeds meer wandelen, ook kinderen. Sommige mensen schrijven ook poëzie, korte tekstjes op hun raam om voorbijgangers blij te maken." (zie foto's - downloads)

Zelf op berenjacht ... in de klas

- “Jullie krijgen 3’ de tijd om een beer te vinden in de klas.” De leerlingen zoeken lukraak. Ze kunnen geen beer vinden, aangezien je deze buiten de klas hebt verstopt.

- Stimuleer de kinderen om na te denken over hun manier van zoeken (= zoekstrategie). Hoe kunnen ze zeker zijn dat er in de klas een beer is, of niet?

- Optimaliseer samen met de kinderen hun zoekstrategie: Wie zoekt waar in de klas? ... (zie zoekkaart - downloads). Bijvoorbeeld:

  • Drie kinderen kiezen een plaats om samen te gaan kijken. Ze mogen op die plaats niets aanraken of verplaatsen. Als beer er niet is, wordt de beer rood gekleurd. Vinden ze een beer, dan kleuren ze de beer groen. Als alle plekken zijn doorzocht, wordt dit besproken.
  • Daarna begint de zoektocht opnieuw: ieder groepje gaat terug naar hetzelfde plekje, maar nu mogen de kinderen wel dingen aanraken en verplaatsen.

- De kinderen vinden geen beer in de klas… Wat nu?

Zelf op berenjacht ... in de school

- Lees een bericht voor op je telefoon/tablet/computer/… Het is een bericht van de papa uit het prentenboek: "Ik zag op enkele plekken op school een beer! Ik weet niet of het telkens om dezelfde beer ging of er meerdere beren op school zijn... Ik nam telkens een foto van de plek."

- De kinderen krijgen per 3 6 foto’s (op papier of tablet) om beren te zoeken, die zich buiten de klas bevinden. Stimuleer de kinderen om na te denken over hun zoekstrategie in hun groepje. Wanneer ze op een plek een beer vinden, markeren ze de foto (bv. filter wijzigen, tekst toevoegen, …). (Op 3 of 4 plekken kunnen de kinderen een beer vinden, op de andere plekken niet.)

  • Bezorg ieder groepje de foto’s in een willekeurige volgorde, en vraag hen om het niet aan elkaar te verklappen wanneer ze een beer vinden, zodat alle groepjes de kans krijgen om 1 of meerdere beren te zoeken en vinden…
  • Observeer de verschillende groepjes tijdens hun zoektocht zodat je hen in de volgende stap kan helpen om hun ondernomen acties te verwoorden.

- Wanneer alle groepjes hun zoektocht hebben afgerond volgt een klassikale bespreking:

  • Hoeveel beren hebben de groepjes gevonden? Welke groepjes vonden alle beren?, Welke beren hebben ze gevonden? …
  • Op welke plekjes hebben de kinderen beren gevonden?
    Groepeer samen met de kinderen de foto's, bv. met behulp van een rode (geen beer gevonden) en groene (beer gevonden) hoepel.  
  • En hoe hebben de kinderen de zoektocht aangepakt in hun groepje?
    Bespreek en vergelijk de zoekstrategieën van de groepjes: Welk groepje was het snelste klaar?, Hoe komt dat?, … 

Onze eigen berenjacht - brainstorm

- “We weten nu wat het betekent om op berenjacht te gaan… En nu gaan we zelf een berenzoektocht maken voor onze vrienden, onze familie, …

- Brainstorm samen met de kinderen over wat een ‘eigen berenjacht’ allemaal inhoudt. De bedoeling is dat ze een scherper beeld krijgen van de uitdaging. Visualiseer dit alles in een mindmap met als noodzakelijke info: verstopplekjes én beren.

Onze eigen berenjacht - verstopplekjes

- Alle leerlingen verzamelen op een centrale plaats, bv. de schoolpoort.

- Iedere leerling zoekt van daaruit een plekje in de omgeving dat hem/haar aanspreekt.

- Vervolgens worden trio’s gevormd om de plekjes aan elkaar te tonen:

  • 1 leerling wordt geblinddoekt en wordt door zijn/haar klasgenoten meegenomen naar het plekje van 1 van de 2 niet-geblinddoekte klasgenoten.
  • Daar mag de geblinddoekte klasgenoot voelen, ruiken, … en even heel kort gluren waar hij/zij is.
  • Vervolgens wordt de geblinddoekte leerling terug begeleid naar de centrale plaats.
  • Daar raadt de leerling waar hij/zij was en probeert het plekje zonder blinddoek terug te vinden.
  • Op het plekje vertelt de andere leerling waarom hij/zij voor dat welbepaalde plekje koos.
  • Daarna wordt gewisseld in het trio, totdat ieder plekje gevonden en besproken is.

- In hun groepje van 3 worden de leerlingen gevraagd om 1 plekje te kiezen. Het criterium om hun keuze te bepalen is het ‘verstoppen van een beer’. Waak erover dat ieder groepje in de volgende fasen rond een ander plekje kan verder werken.

Onze eigen berenjacht - beren

- Ieder groepje bedenkt een beer die ze willen maken. Volgende methodiek ‘1H-3W’ kan de leerlingen hierbij ondersteunen:
De leerlingen denken samen na over ‘hun beer’ via ‘1H-3W’ in een placemat. Centraal maken ze een eerste schets van hun beer. (zie placemat 1H-3W - downloads)

  • Hoe ziet de beer eruit?
  • Wat doet de beer op het plekje?
  • Waar is de beer op het plekje?
  • Waarom is de beer op het plekje?

- Op basis van deze informatie maken de leerlingen vervolgens samen hun eigen beer. Ze maken een tekening, schilderij,… van hun beer of creëren een 3D-ontwerp met kosteloze materialen.

- Ze geven hun beer een naam en schrijven een kort begeleidend tekstje over hun beer en zijn verstopplekje.

Onze eigen berenjacht - inrichting verstopplekjes

- “Ieder groepje heeft nu een plekje én een beer. Wat moeten we nu nog doen? … Ja, onze beren verstoppen! Jullie hebben al nagedacht over waar jullie jullie beer willen verstoppen op jullie plekje. Maar hebben we wel al goed nagedacht over hoe we dat precies gaan doen?

- Bespreek samen met de kinderen zaken zoals:

  • Hoe verstoppen we de beren buiten? Regen? Wind? …
  • Zijn alle beren stevig genoeg? Blijven ze overeind staan? Hoe kunnen we ze verstevigen?
  • Hoe zullen we de beren bevestigen? Welke extra materialen hebben we nodig (touw, stokjes, …)?

- Er wordt niet voor 1 oplossing gekozen, aangezien ieder plekje en iedere beer een andere aanpak zal vereisen. Er kunnen ‘criteria’ en concrete ideeën verzameld en gedeeld worden via een visueel werkplan op het bord.

- De kinderen gaan in hun groepje aan de slag om hun beer te ‘optimaliseren’ en hun plekje met de beer in te richten. Ze kunnen hierbij ook materialen toevoegen om uit te beelden wat hun beer eventueel aan het doen is, waarom de beer op het plekje is, … (zie 6)

- Wanneer alle plekjes ingericht zijn dan gaan de verschillende groepjes op zoek naar elkaars beren. Op basis van elkaars ervaringen wordt de inrichting van de plekjes eventueel een laatste keer geoptimaliseerd.

Onze eigen berenjacht - de wandeling

- “Onze beren zitten nu overal verstopt. Tijd om anderen onze beren te laten zoeken. Hoe kunnen onze vrienden, familie, … de beren vinden? Laten we ze lukraak zoeken? Dan krijgen we chaos op school…"
(Optioneel: "Hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze berenjacht ‘coronaproof’ verloopt?")

- De kinderen brainstormen eerst in hun klein groepje. Volgende methodiek ‘breinschets’ kan de kinderen hierbij helpen:
Ieder kind krijgt 5’ tijd om 3 ideeën te krabbelen en kribbelen. In een volgende ronde vullen de kinderen elkaars ideeën aan. (zie breinschets - downloads)

- Bespreek deze ideeën klassikaal. Groepeer hierbij de ideeën tot een overzicht van taken, bv. pijlen, vlaggen, voetstappen, pictogrammen, ... om de weg, looprichting, afstand, regels, … te markeren, ...

- De taken worden verdeeld over de groepjes. In hun groepje bedenken de kinderen welke materialen en gereedschap ze nodig hebben om hun taak te vervullen. Vervolgens gaan ze aan de slag. 

- Eenmaal de verschillende ideeën gerealiseerd zijn, worden ze toegevoegd in de omgeving om de verschillende verstopplekjes te verbinden.

- Is ieder groepje klaar, dan wordt hen gevraagd of ze nu zeker kunnen zijn of hun berenjacht ‘coronaproof’ is… Hoe kunnen ze dit testen?
Mogelijke strategie: enkele groepjes voeren zelf de berenjacht uit en enkele groepjes observeren het verloop ervan. 
Op basis van deze test gebeuren de laatste aanpassingen om de berenjacht te optimaliseren.

Onze eigen berenjacht - het event

- Tot slot nodigen de leerlingen ‘bezoekers’ uit om op berenjacht te gaan. In functie hiervan kunnen ze bijvoorbeeld volgende taken verdelen: 

  • een lijst met genodigden samenstellen;
  • een uitnodiging ontwerpen, met aandacht voor verschillende (thuis)talen;
  • een naam en logo bedenken voor hun berenjacht; 
  • een overzichtsboekje maken met de verschillende beren met hun naam en bijbehorend tekstje (zie 6);
  • een mentale kaart/plattegrond maken van de school waarop de bezoekers kunnen aanduiden waar ze een beer vinden;
  • opdrachten bedenken die bezoekers moeten uitvoeren wanneer ze een bepaalde beer vinden (bv. 5x springen, …)
  • ...

- Uiteindelijk vindt 'de berenjacht' plaats en zorgen de kinderen voor een vlot verloop voor de bezoekers. 

- Na afloop reflecteren de leerlingen op hun 'eigen berenjacht' met behulp van foto's genomen tijdens het event. Ze maken ook een verslagje voor de klas/schoolblog. 

Materiaal

Per klas: 

  • Boek: Rosen, M. & Oxenbury, H. (2016) Wij gaan op berenjacht. Gottmer, Haarlem 
  • Foto’s ‘beren zoektocht’ (zie downloads)
  • 1 zoekkaart (zie downloads)
  • Rode en groene stift
  • 3 of 4 beren om te verstoppen (bv. knuffelberen)
  • 6 foto’s ‘mogelijke verstopplekjes van beren op school’*

Per groep:

  • 6 foto’s* in willekeurige volgorde (op papier of tablet)
  • 1 blinddoek
  • 1 placemat ‘3H-1W’ (zie downloads)
  • 1 sjabloon ‘breinschets’ per leerling (zie downloads)
  • Schrijfgerief
  • Teken/schildergerief
  • Materialen afhankelijk van de ideeën van de kinderen

Groeperingsvormen

Maximum 3 leerlingen per groepje.